Ik ben een kat van Soseki Natsume

Gepubliceerd op

Ik ben een kat… Een naam heb ik nog niet…

Om te overleven was Kat erachter gekomen dat je bij het wezen wat ze de “mens” noemen, meer kans had. Maar dat daar ook mismaaktheid in voorkwam, wist Kat toen nog niet. Hij was begonnen bij de meest boosaardige soort van de mens: de student. Mensen vond Kat, waren maar rare wezens, ze konden de basisregel van eigendomsrecht niet en waren vooral erg zelfzuchtig.

“Ik ben een kat” is een klassieker uit de Japanse literatuur en één van Soseki’s bekendste romans: over de dwaasheid van de hogere middenklasse uit de Japanse samenleving. De kat geeft met zeer veel humor zijn bevindingen over de mens, op al zijn dwaasheden en zwakheden.

Geboorteplek onbekend, naam nog niet gegeven. Kat’s eerste ontmoeting met de mens was bij een student, naar het bleek de meest boosaardige soort onder de mensen. Maar daar verbleef hij niet lang. Zijn volgende redder is een leraar, met vreselijke kinderen. Kat vond al snel dat de mens zelfzuchtige wezens waren. En hij is echt totaal verbaasd, dat ze niets weten van het eigendomsrecht: “Wie het eerst iets vindt, heeft het recht om het op te eten.” Dat is een basisregel! Volg je die niet op, mag je zelfs overgaan tot geweld. Omdat Kat de mensheid in de gaten hield, wist hij al snel dat de leraar last had van maagproblemen, maar ook dat hij mega blunders maakte. De leraar begon ook echt aan van alles: van gedichten tot vertalingen naar zelfs schilderen. Maar hij was echt werkelijk nergens goed in. Bij het schilderen, waarbij Kat echt doodstil voor hem bleef liggen, noemde hij Kat een stommerik en was het zijn schuld dat het een slecht schilderij was geworden. Maar er waren ook leuke dingen bij de mens, vooral als leraar met Kangetsu op pad ging. Dan kon hij zijn eigendomsrecht inwilligen op het stuk vispastei. De meid deed dat immers ook als mevrouw weg was, bij haar mochi-gebakjes. Maar als de leraar en zijn mevrouw woorden hadden, kon Kat maar beter niet zijn studeerkamer ingaan, de leraar zou dan alles op hem afreageren. Kat vond een dagboek bijhouden, maar raar en zonde van de tijd. Bij katten was alles heel simpel: ben je moe ga je slapen en heb je honger eet je. Zo ook die keer dat Kat in een totaal verlaten keuken kwam en zijn oog viel op de mochi. Hij twijfelde echt om een hap te nemen, want zo’n kans kreeg hij nooit meer, maar wat als hij gesnapt zou worden. Hij hapt snel in de mochi en zijn tanden verdwijnen dieper en dieper, zelfs met zijn poten krijgt hij het niet van zijn tanden af. Eerst komen de kinderen kijken en voor hen lijkt het of Kat aan het dansen is, ze lachen keihard. Later komen ook de meid en leraar kijken. Wat een afgang, weten ze niet dat een kat ook gevoel heeft. Hij vlucht de tuin in, op zoek naar Mieke, die kon hem vast opvrolijken. Zij is trouwens de enige die hem een soort van een naam had gegeven: “meneer”…

“Ik ben een kat” van Soseki Natsume is de omgedraaide wereld. Soseki laat door de ogen van een kat, de wereld van een mens beschrijven. Dat is op zich al apart, maar het is echt vreemd dat je gaandeweg het verhaal ook steeds meer partij kiest voor Kat. De afspiegeling van de mens wordt pas echt duidelijk, als kat zijn simpele versie van het leven ernaast legt. Puur om aan te geven dat mensen in alles zoveel doordraaien. Kat zijn ongezouten mening over de mens is dan ook: “Ze zijn niet grappig noch ontroerend!” Een heftige afspiegeling die Kat ook doet, is dat hij al snel doorheeft dat de mens andere kunnen besodemieteren. Niet alleen geeft Kat zijn visie over de mens, je maakt ook zijn ervaringen met andere soortgenoten mee. Daarbij is het grappig dat Kat vreemd genoeg eerder naar de mens neigt, dan naar zijn rasgenoten. Bij alles proef je dan ook dat Kat graag met de leraar en zijn vrienden in discussie had gegaan. Maar ja, hij was helaas geboren als Kat! Tijdens Kat zijn bevindingen lees je tegelijkertijd ook veel over de Japanse cultuur uit die tijd, wat erg interessant is om te lezen. Helemaal achter in het boek staan nog de verklarende woordenlijst; de verklarende eindnoten en als laatste een uitgebreid nawoord van Luk van Haute.

Uitgeverij: Lebowski
ISBN: 9789048874644
Aantal pagina’s: 192
Prijs: € 15,00

Geschreven door

Contact Info

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.