Valentijn Kraai en meneer Dood van Jenni Spangler

Gepubliceerd op

Het verhaal van Valentijn Kraai begint met een einde…

Samen met zijn beste vriendin Filomena verlaat Valentijn eindelijk het weeshuis om zijn nieuwe leven als vakleerling te beginnen. Deze nieuwe start gaat alleen niet helemaal zoals hij had verwacht: hij krijgt per ongeluk de Dood als leermeester. Algauw krijgt Valentijn opdracht om zelf aan het werk te gaan. Maar dan komt hij voor een onmogelijke keuze te staan… Filomena verschijnt op de lijst van toekomstige doden. Kan Valentijn tegen de dood vechten om haar te redden, of heeft het lot andere plannen?

Iedere vondeling kreeg bij binnenkomst een nieuwe naam, zo ook Valentijn. Kraai had hij te danken aan een kraai die door het raam keek, terwijl zijn papieren werden ingevuld. Twaalf jaar had hij netjes de regels gevolgd en nu was het tijd om een vak te leren bij een leermeester. De administrateur riep een ieder, er werd een contract van zeven jaar opgesteld en zodra hun leermeester arriveerde, ondertekende hij of zij en gingen ze mee naar hun toekomstige huis. Valentijn dacht dat hij de zee op ging, Filomena wist bijna zeker dat ze de huishouding in ging. Ze waren beide erg nerveus. Valentijn werd als laatste binnengeroepen. Toen zijn leermeester in de deuropening stond, kreeg de administrateur toch wel bijna een hartverzakking. Maar hoe de administrateur ook tegensputterde, in het contract stond echt dat hij zeven jaar zijn leerling zou zijn. Valentijn’s leermeester was namelijk “Meneer de Dood”. Hij had best wel humor, alleen moest Valentijn daar nog een beetje aan wennen. Doordat Valentijn echt te langzaam liep, riep Meneer de Dood zijn paard Gluyaard. Hij was een bijzondere verschijning. Valentijn moest zich goed vasthouden, toen ze door de straten heen racete. Onderweg was er een tussenstop. Meneer Dood keek op zijn vreemde gouden zakhorloge. Valentijn zag dat een oudere man op bed lag te hoesten. Meneer Dood fluisterde zachtjes dat het zijn tijd was. Zodra hij stopte met ademen verscheen er een oranje bol. Meneer Dood gaf de bol aan Valentijn. Vreemd genoeg vond Valentijn dat dit prettig aanvoelde, geruststellend zelfs. Te paard gingen ze verder naar het mausoleum. Zijn toekomstige thuis was nu een tombe, daar leerde hij de zwarte kraai Atropos van Meneer Dood kennen. Toen Valentijn dorst kreeg en op zoek ging naar water, wees Atropos hem de weg. Ze hoorde geritsel, wat een heel lief zwerfhondje bleek te zijn. Die kon Valentijn moeilijk achterlaten en hij hoopte maar dat hij hem mocht houden. Meneer Dood wist niet meer alle mensen dingen, maar hij zou proberen Valentijn zo goed mogelijk te verzorgen, dus had hij brood voor hem meegenomen. Het hondje mocht hij houden en ze noemde hem Kapitein Beenders. Maar ze moesten aan het werk, zielen oogsten. De eerste dag had niet alleen heel veel indruk op hem gemaakt, het was ook erg vermoeiend. Samen met Kapitein Beenders viel hij al heel snel in slaap onder een stuk mantel van meneer Dood. Er was een vrouw bij meneer Dood op bezoek, toen Valentijn wakker was geworden. Ze zei tegen hem dat hij gezonde voeding moest hebben, niet alleen brood. Dus gaf Meneer Dood hem wat muntjes en wees de mevrouw hem de kortste weg naar de markt, zodat hij zelf wat eten kon kopen. Meneer Dood riep hem na, vroeg hem om snel terug te komen hij had nog iets voor hem, een cadeautje. Laat het vandaag nou net zijn verjaardag zijn…

Jenni Spangler schrijft kinderboeken met een magische twist; ze houdt ervan om echte en vertrouwde plaatsen en gebeurtenissen te nemen en daar een laagje mysterie en hocus pocus aan toe te voegen.

Nou Jenni heeft zeker de hocus pocus toegevoegd aan dit boek, met zijn mysterieuze cover en zijn echt geweldige titel, had het mij volledig in zijn greep. Ik MOEST dit boek lezen. Maar wat een bijzonder en waanzinnig mooi verhaal is dit. Jenni heeft met “Valentijn Kraai en meneer Dood” echt een geestig en apart verhaal over de dood geschreven, waarin ook zoveel mooie en bijzondere levenslessen zijn verweven. Het gaat dus echt niet alleen over de dood, maar ook over het leven en over zielsverwanten. Centraal in het verhaal staat echter de vriendschap en wat we zeker niet mogen vergeten is toch wel de geweldige humor van Meneer Dood EN de bijzondere bibliotheek! (sorry meer kan en mag ik er niet over vertellen) Dit boek is voor een ieder die van aparte verhalen houdt, maar ook ergens wel een beetje voor degene die misschien bangig is voor de dood. Jenni heeft met dit meesterlijk unieke kinderverhaal, een soort van een taboe zoveel makkelijker bespreekbaar gemaakt. En puur haar gedachte in dit boek over de dood, die is zo ontzettend mooi. De toepasselijke en mooie illustraties die tussendoor in het verhaal staan, evenals de extra uitleg bij bepaalde onderwerpen, geven echt dat extra aan het verhaal, zeker voor kinderen. Overigens is dit verhaal geschikt voor kinderen vanaf negen jaar, maar ik kan het eigenlijk iedereen wel aanraden om te lezen. En met Halloween in aantocht, is dit zeker het perfecte boek om nu te lezen, of om voor te lezen, of nog beter om in de klas (voor) te lezen.

Uitgeverij: De Fontein
ISBN: 9789026169854
Aantal pagina’s: 320
Prijs: € 19,99

Geschreven door

Contact Info

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.